Noodlanding Kleiweg, kavel O 67, Whitley P4968

In de nacht van 19 op 20 augustus 1940 maakt een Armstrong Whitworth Whitley Mk.V met serienummer P4968 een noodlanding op het IJsselmeer.

 
In de herfst van 1941 valt het gebied westelijk van Marknesse droog en komt deze Whitley boven water op kavel O 67 aan de Kleiweg. Jarenlang was bovenstaande onbekend en onduidelijk wat de bemanning overkomen is. In het archief van de gemeente Noordoostpolder werd door Historisch Marknesse in Woord en Beeld een document gevonden waaruit bleek dat op een kavel aan de Kleiweg een vliegtuigwrak heeft gelegen. Uit verder onderzoek bleek dat de heer C. Buitenhuis in de winter van 1941 op 1942 een foto van het wrak had gemaakt,
Roel Winter heeft die foto jarenlang zorgvuldig bewaard. De tekst die de heer Buitenhuis bij de foto had geleverd luidt:
"Op een kavel aan de Kleiweg heeft in 1941 ook nog een 2-motorig gevechtsvliegtuig gelegen, die heeft een noodlanding gemaakt. Op dat moment zaten de mitrailleur en de ronde patronen-dozen er nog in toen we erbij kwamen. Op de achtergrond de baggermolen die het kanaal Marknesse-Emmeloord op diepte aan het maken is ter hoogte van de Luttelgeesterweg". 

Recent is een tweede foto gevonden ook uit het archief van Roel Winter. Op deze foto is de sneeuw verdwenen en de schade aan de cockpit goed te zien. De romp en vleugel lijken ook op deze foto nog redelijk intact.

Op de Internetsite van de provincie Flevoland zijn historische luchtfoto’s uit 1947 beschikbaar. Ook op deze site is het wrak terug te vinden. Het wrak lijkt op beide foto’s nog redelijk intact.

Zou het vliegtuig een noodlanding gemaakt hebben? Er zijn geen graven van vliegeniers in de omgeving bekend. Er is helemaal geen verdere informatie over dit wrak bekend. Is het dan neergekomen toen er nog geen mensen in de polder werkten? Dit zou kunnen betekenen dat het vliegtuig vroeg in de oorlog is neergekomen, in de periode dat de polder nog niet droog was gevallen en dat de bemanning de crash heeft overleefd. Genoeg vragen om verder onderzoek te starten.

De restanten van het vliegtuig zijn in 1948 door een schroothandelaar opgekocht en opgeruimd. Tijdens veldonderzoek op de kavel aan de Kleiweg werden desondanks heel veel zeer kleine fragmenten aangetroffen. Op een van die fragmenten stond een partnummer en een stempel van een inspecteur. Het inspectie stempel AW82 duidt op Armstrong Whitworth. De letters SP geven aan dat het een Whitley partnumber is. De afmetingen van het wrak op de luchtfoto komen ook overeen met die van een Whitley.

Het vliegtuig blijkt dus een Armstrong Whitworth Whitley te zijn. Op restanten van gevonden patroonhulzen was het productiejaar af te lezen. Hieruit bleek dat alle patronen voor 1940 waren geproduceerd. Uit een gevonden motoruitlaatdeel was af te leiden dat de motor een Rolls Royce Merlin betrof, welke gebruikt werd op een Whitley Mk.V. Helaas bleek er niets te vinden waaruit onomstotelijk het serienummer van het vliegtuig was vast te stellen.

Onderzoek van de crashlijsten met alle in de tweede wereldoorlog in Nederland gecrashte vliegtuigen, samengesteld door de StudieGroep Lucht Oorlog (SGLO) en Defensie, gaf aan dat er in het begin van de oorlog in de omgeving van de Noordoostpolder twee Whitleys waren neergekomen. Eén zou gecrasht zijn in het IJsselmeer vlak bij Urk (SGLO nr. T1024) en een tweede in de Noordoostpolder (SGLO nr. T0785). De crash nabij Urk viel al snel af omdat dit vliegtuig in werkelijkheid bij het eiland Helgoland in Denemarken was neergestort. De SGLO-vermelding dat een Whitley, met serie nummer P4968 in de nacht van 19 op 20 augustus 1940 in de Noordoostpolder zou zijn neergestort was gebaseerd op het boek "En nooit was het stil... Kroniek van een luchtoorlog" van de heer G. Zwanenburg. Uit het fragment bleek dat een Whitley vroeg in de oorlog een noodlanding in de polder had gemaakt. De bemanning had het overleefd. Alle overige informatie kwam goed overeen met alle andere indirecte bewijzen die o.a. bij het veldonderzoek naar voren zijn gekomen.

De bemanning van de Whitley met serienummer P4968 bestond uit onderstaande personen.
P.G. Brodie T.F.S. Johnson G.P. White R. Entwistle W.A. Kelham

Van alle bemanningsleden zijn foto’s ontvangen (White en Kelham via Teunis Schuurman)

Deze Whitley, van het 51e RAF-squadron, voerde in de nacht van 19 op 20 augustus 1940 een bombardement missie uit naar een elektriciteitscentrale in Zschornewitz vlak bij Berlijn. Tijdens het bombardement werd de Whitley geraakt door luchtafweergeschut waardoor brandstof weglekte. Om 2 uur ’s nachts vlogen ze Noordoostelijk van de polder. Om half drie was de brandstof op en moesten ze een noodlanding maken.

Om de Whitley gegevens te checken, is door twee oud-bestuursleden van Historisch Marnesse in Woord en Beeld contact opgenomen met het "History team" van het huidige 51e RAF-squadron en met het Britse Ministerie van Defensie. Met hulp van het History team werd aan de familie van de bemanning gevraagd om informatie over de noodlanding. Met familie van drie van de bemanningsleden werd contact gelegd. Uit hun verhalen bleek dat hen verteld was dat de noodlanding aan de westkant van het IJsselmeer had plaats gevonden, nabij Hoorn.

De vliegeniers waren opgepikt door een visser en naar Den Helder gebracht. In een hotel waar ze dachten veilig te zijn, zijn ze uiteindelijk door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt. Ook de Britse defensie gaf aan dat de Whitley vlak voor de noodlanding radiografisch was uitgepeild. Dit wees ook op een noodlanding aan de westelijke kant van het IJsselmeer. Kortom de verhalen van de familie kwamen maar deels overeen met de Nederlandse documentatie. Uit een brief van de vrouw van piloot P.G. Brodie bleek dat het zijn 20e missie was. Al zijn missies zijn ook terug te vinden in het boek de Whitley Boys.

We kregen van de familie Brodie ook foto’s die gemaakt zijn in de gevangenkampen waarin hij 4.5 jaar heeft gezeten. In deze kampen werden de krijgsgevangenen geholpen door het Rode Kruis met voedsel- en kledingpakketten van thuis. Zij zochten zelf afleiding in toneelstukken en het organiseren van sportwedstrijden. Desondanks was dit toch een zeer moeilijke tijd.

Verder onderzoek was noodzakelijk. Vanaf 2012 tot 2018 zijn veel documenten boven water gekomen. Ook is op zeer beperkte schaal wat dieper in de grond van de kavel aan de Kleiweg gezocht naar delen van de Whitley. Hierbij zijn delen van de cockpitvloer gevonden. Deze waren allen zwaar gecorrodeerd en soms geheel vergaan door het grondwater. Helaas is op deze onderdelen ook niet het serienummer gevonden.



Pas eind 2018 kwam de doorbraak in het onderzoek en kon de bemanning eindelijk eenduidig vastgesteld worden. Tijdens RAF-onderzoek in hun eigen archieven bleken de debriefing verslagen van het M.I.9 onderzoek na de oorlog onvindbaar. Alleen het verslag van Entwistle is via zijn familie gevonden.

Teunis Schuurman heeft eind 2018 in Engeland uiteindelijk een bron gevonden die de M.I.9 debriefing verslagen van de overige crew members opleverde. In één van die verslagen, die van G. P. White, gaf White aan in Fuldhaven te zijn aangeland en aan de Duitsers te zijn uitgeleverd. Wij denken dat dit een verbastering is van Vollenhove en daarmee zou de Nederlandse documentatie van de crash kloppen en die van de familie, die Den Helder en Hoorn als aanlanding aangaf ontkracht zijn.

In Nieuw-Zeeland zijn in februari 2020 de resultaten van het Woord en Beeld onderzoek aan 3 zonen van de twee piloten gepresenteerd door Ali Nijdam. Als schrale tegemoetkoming voor 4.5 jaar gevangenschap voor onze vrijheid hebben we ze ook allemaal wat gevonden onderdelen van hun vaders Whitley kunnen overhandigen. Dit bezoek was een mooie afsluiting van jarenlang onderzoek met uiteindelijk toch een compleet verhaal.
; Door de twijfel over de identiteit van de Whitley is er nooit een markeringspaal (bij het wrak) op de crashlocatie aan de Kleiweg geplaatst. Oud-bestuursleden van Historisch Marknesse, betrokken bij het onderzoek naar de crashes in Marknesse, vonden het voltooien van de Whitley-identificatie een mooi moment zo’n markeringspaal te plaatsen. In afwachting van een eventuele update van de vliegtuigroute Noordoostpolder is een low-cost oplossing gezocht. Met dank aan MCM en UTIOR uit Marknesse is een blauw/witte markeringspaal gemaakt met het silhouet van een oranje/rode Whitley en een informatiebord erop. Met welwillende medewerking van de kaveleigenaar is uiteindelijk op 5 mei 2020 de markeringspaal geplaatst. Hij staat op een mooi plekje in de windsingel bij de ingang van het erf van kavel O 67.



Klik hier voor PDF Noodlanding Kleiweg